Ricardo van Rhijn Foundation STEUN ONS

TWEE WEKEN OP LESBOS VOOR ELK KIND EEN BAL

Kara Tepe is geen vluchtelingenkamp, maar een dorp. Een dorp waarin vele vrijwilligers zorgen voor onderdak, voedsel, kleding, dagbesteding en nog veel meer voor de ruim 1000 bewoners.

TWEE WEKEN OP LESBOS VOOR ELK KIND EEN BAL

Kara Tepe is geen vluchtelingenkamp, maar een dorp. Een dorp waarin vele vrijwilligers zorgen voor onderdak, voedsel, kleding, dagbesteding en nog veel meer voor de ruim 1000 bewoners. Elke vrijwilliger wordt direct opgenomen in de Kara Tepe familie. Door het uitdelen van onze 1500 ballen en bidons namens Elk Kind Een Bal Lesbos, zijn wij onderdeel geworden van dit dorp, van deze familie. Ons salaris voor het harde werk? De glimlach van de bewoners.

Er zijn onlangs kleurrijke solarsystemen geplaatst voor elektriciteit, kinderen aan lange tafels krijgen Engelse les, er is een openluchttheater en enkele kinderen zijn wat aan het lummelen op het voetbalveldje. Adil van Movement on the Ground, de organisatie die ons begeleidt, rijdt ons na de rondleiding in Kara Tepe naar de warehouse, waar onze spullen opgeslagen liggen. Tomorrow is the big day! Dat weten de kinderen ook, dus we verplaatsen bij terugkomst in Kara Tepe snel de ballen enbidons uit de propvolle auto in de opslagtruck. De resterende uren mengen we ons tussen de voetballende en basketballende kinderen.

Het overhandigen van de ballen overtreft al onze verwachtingen. Met namenlijsten, dozen bidons en tassen met ballen gaan we in groepjes persoonlijk langs alle deuren in Kara Tepe. De kinderen moeten thuis zijn om de spullen in ontvangst te nemen, maar een grote groep loopt vrolijk met ons mee tot we bij hun huisje komen. Ze helpen behulpzaam de spullen te tillen. De kinderen, die meteen na het ontvangen van de bal richting het amfitheater sprinten om de bal op te laten pompen, geven ons tijdens dit zes uur durende tafereel ontzettend veel voldoening. Overal waar wij kijken zien we kinderen met onze ballen! Ze spelen samen en ze spelen met ons. Dankzij hun eigen naam die op de bal en bidon geschreven staat, hebben ze iets wat nu echt hun eigendom is. Dit is Elk Kind Een Bal.

De dagen erna oefenen we voetbaltechnieken met ze, we gooien over en we doen mee met wedstrijdjes. De kinderen zijn geneigd allemaal het veld op te rennen als een potje drie tegen drie afgelopen is. Door ze langs de kant te laten zitten en ze uit te leggen dat zo iedereen aan de beurt komt, krijgen we wat structuur in hun onvermoeibare enthousiasme. Het maakt niet uit of we kunnen voetballen of niet, de kinderen willen ons allemaal in hun team. “You play, me hares. You no hares”. Ze weten heel goed wie ze als keeper willen. De kleintjes laten we in het speelterrein schaterlachen op de schommels en we trainen hun geheugen met puzzels en memory. De meiden maken we mooi door hun haar te vlechten en hun nagels te voorzien van mooie kleurtjes.

Confronterend is de dag dat Adil ons meeneemt naar het noorden van Lesbos. De plek waar afgelopen anderhalf jaar ruim 700.000 mensen met bootjes arriveerden of uit het ijskoude water zijn gered. Hij laat ons de terreinen zien waar de eerste noodopvangen waren. Totaal ontredderd na het vluchten uit eigen land en de mensonterende praktijken door smokkelaars, kwamen ze aan op een eiland waar nauwelijks slaapplekken, voedsel of sanitaire voorzieningen waren. Dankzij mensen als Adil en de lokale Griekse bevolking, kwam dit gelukkig snel op gang. Op sommige plekken is geen spoor meer te vinden van de omstandigheden waar mensen in leefden, maar er is één plaats waar duidelijk wordt hoeveel mensen hun leven hebben geriskeerd voor vrijheid: de ‘begraafplaats’ van de reddingsvesten. Naast de sobere oranje massa liggen opengereten bootjes. De meeste vesten zijn niet eens echt. Ze zijn voor veel geld verkocht, maar gevuld met materiaal dat helemaal niet blijft drijven. Het aanzicht, met daarbij de verhalen van Adil over wat hij heeft meegemaakt tijdens al zijn reddingsacties, maakt het een ontzettend emotionele, maar toch ook bijzondere dag. Hierdoor beseffen we alleen nog maar meer waarom we dit doen en dat alle hulp en inzet het verschil maakt!

Dit verschil maken we ook voor dertig Afrikaanse jongeren, die voordat zij moesten vluchten semi- of professioneel voetballer waren in hun eigen land. Ze verblijven in opvangkamp Moria. Om op Lesbos hun talent niet te verspillen, zijn ze samen team Kosmos gestart. Omdat er weinig geld is hebben ze maar vijf ballen, waarvan er inmiddels twee lek zijn. En dat terwijl ze heel toegewijd vijf keer per week trainen. De jongens vallen stil als we ze tijdens hun voetbaltraining dertig voetballen en bidons overhandigen. Ze geven ons een warm applaus en gaan direct aan de slag met hun nieuwe aanwinst.

Onze materialen zijn ook nog eens onderdeel van het wereldwijde Streetfootballworldprogramma Football 3. Tijdens de busrit naar het voetbalveld van de Olympiacos Mini Football Academy klinkt het in koor “Football! Football! Football! Alle kinderen tussen de zes en zeventien jaar krijgen een jaar lang drie keer per week voetbaltraining. Dit doen ze samen met de lokale jeugd van de Academy, die voor hun samenwerking ook allemaal een bal en bidon krijgen. De bedoeling van het programma is om de dialoog en samenwerking te stimuleren en de sociale integratie te bevorderen.

De eerste training komen de kinderen als adrenalinebommetjes het veld op gerend, de trainingen erna keurig ’tjoek tjoek’ roepend in een treintje. In gemengde groepjes zigzaggen de kleintjes half struikelend maar gedreven met de bal om pylonnen heen. De iets oudere kinderen oefenen een-tweetjes en schieten met al hun kracht op doel. De tieners gaan tijdens wedstrijden vurige duels aan. Wij hebben allemaal een eigen taak: assisteren tijdens de oefeningen, scheidsen, helpen bij blessures en heen en weer gaan met de bus om nieuwe groepen te halen.

Het uitdelen van het ontbijt is net zo hartverwarmend als de ballenacties. Iedereen staat om 07.30 aan een lange tafel en helpt mee om voor duizend mensen brood, kaas, augurk, komkommer, banaan en jam in bakjes te doen. Mensen hoeven niet in de rij te staan, maar wij komen het persoonlijk brengen. Dankbaarheid van bewoners uit zich in glinsterende ogen en glimlachen. Het is wederom bevestiging dat we goed werk doen. Een moment van saamhorigheid heerst tijdens het wekelijkse zaterdagavondfeest in Kara Tepe. Jong en oud dwarrelt rond in het openluchttheater, waar iedereen om de beurt zijn mobiel af kan geven bij de dj voor een verzoeknummer. Groepen jongens stappen arm in arm, ritmisch op Koerdische en Arabische klanken. Voor we het weten worden we bij de hand genomen en zijn we onderdeel van het culturele spektakel. Het is even alleen maar genieten.

Al deze memorabele momenten drukt voor ons na twee weken aanwezigheid de stempel op het feit dat we trots mogen zijn op wat voor deze mensen hebben kunnen doen. Dat we verschil hebben gemaakt met onze ballen en bidons en het meesporten. Dat we er voor deze mensen konden zijn, dat we kinderen hebben laten lachen, en zij daarmee ook ons! Tijdens het gedagzeggen geven we kinderen, volwassenen en andere vrijwilligers dankbare knuffels en tranen worden bij elkaar met duimen weggeveegd. Toen was het tijd om weg te rijden…